Alsof
Ze spelen vadertje en moedertje
zij noemt hem schat, hij haar mop
Hij doet alsof hij kookt
zij ruimt zogenaamd de rommel op
Ze doen alsof ze al jaren samen zijn de kinderen op bed, of uit logeren
Zij doet alsof ze de afwas doet
hij wast haar denkbeeldige kleren
Elke avond spelen ze rollenspel
en beminnen ze elkaar ze strelen en ze kroelen
ze komen zwijgend klaar
Elke morgen weer een schijn ontbijt namaak ei op nep croissant
Zij simuleert dan weer de afwas
hij leest fictief de krant Uren wandelen met de hond
want die verzinnen ze erbij
Ze spelen dat ze ruzie hebben
maar ze menen dat ze spijt
Dat ze het zover hebben laten komen
zonder dat het ooit begonnen is
Ze speelden dat ze liefhadden
maar voelen nu gemis
Hoelang zullen ze zelf nog geloven
dat ze daadwerkelijk deden alsof?
Maar het spel is uitgespeeld
Ze zijn nu geliefden met verlof